Beller: “Ik wil een klacht indienen over t rood kruis.”
Ik: “Mevrouw, t Rode Kruis is geen gemeentelijke organisatie”
Beller: “t Rood kruis is al voor de derde keer stuk. Dat kan toch niet. Zo’n lamp moet toch zeker anderhalf jaar mee gaan.”
Ik: *Denk, denk, peins, peins…* “U bedoelt een rood kruis bij een spoorwegovergang of bij werkzaamheden?”
Beller: “Nee, op de toren op de berg, dat weet toch iedereen.”

In de maand augustus zat ik aan de telefoon bij een gemeente op de perfecte fietsafstand van mijn huis. Mijn officiële functietitel luidde: Medewerker Klant Contact Centrum. Het was een leuke, leerzame maand en ik werkte samen met super sympathieke mensen. De meeste mensen die naar de gemeente belden, waren eveneens sympathiek. Ik stond versteld van hun eerlijkheid. Er waren zelfs mensen die belden om te melden dat ze een paaltje omver hadden gereden en dat ze graag bereid waren dat met de verzekering op te nemen.

Vaak moest ik al mijn communicatieve vaardigheden in de strijd gooien om te achterhalen waarom de gemeente eigenlijk gebeld werd, zoals in het gesprek hierboven. Ik moet eerlijk toegeven dat ik sterker ben in het geschreven dan in het gesproken woord. Vandaag heb ik mijn visitekaartje achtergelaten op de communicatieafdeling van de desbetreffende gemeente en ik heb het gevoel dat het iets op zou kunnen leveren. Wordt vervolgd…